Wanneer we een gerenoveerd historisch gebouw zien, vragen we ons wel eens af: “Is dit wel origineel?”. In het geval van een wederopbouw, zoals bij ‘De Luyckenaar’, is het begrip ‘origineel’ wel heel relatief. Schuren werden zodanig opgebouwd dat ze demonteerbaar waren en een verhuis van het hele gebouw was regelmatig aan de orde. Ze werden zelfs beschouwd als ‘roerend goed’. Zo konden sommige boerderijen gepacht worden, maar dan wel zonder bijgebouwen. De pachter moest dan deze bijgebouwen, zoals schuren, zelf optrekken. Bij de stopzetting van de pachtperiode werden deze gebouwen eventueel gewoon mee verhuisd naar de nieuwe locatie. Soms in zijn geheel, maar in andere gevallen werd het gedemonteerd. Ook wanneer een houten gebouw niet op de juiste plaats stond, werden de gebinten gedemonteerd en elders weer opgebouwd. Daar de houten skeletten van de schuren op een vernuftige wijze opgebouwd waren, konden de constructies uit elkaar genomen worden en doormiddel van de gemerkte pen- en gatverbindingen, weer opgebouwd worden. Bij de wederopbouw werd het gebouw dan vaak aangepast aan eventuele andere behoeften of er werden verbeteringen en herstellingen aangebracht.
Zoals hierboven reeds vermeld, gebeurden er door de jaren heen nogal wat modificaties aan de gebouwen. Zo kon een schuur over de jaren heen grondig van uitzicht veranderen. Doch alles werd terug opgebouwd rond de bestaande gebinten. Het strodak werd vaak vervangen door een pannendak of zelfs door golfplaten, zoals 100 jaar geleden bij de Luyckenaar is gebeurd. Wanneer er pannen of golfplaten opgelegd werden, werden de oude ronde daksporen door gezaagde kepers vervangen. Alsook de panlatten die van oorsprong gewoon uit ronde takken bestonden, werden meestal vervangen. De lemen muren maakten dikwijls plaats voor bakstenen of houten planken (schaaldelen).
Is het origineel? Origineel en/of authentiek? In vele gevallen zal het antwoord dus “ja” zijn. De schuren waren immers constant in ‘beweging’, net zoals ons project: ‘De Luyckenaar in beweging‘!